fbpx

DE BUSINESS BOYS, DEEL 1: ‘DE ONDERLINGE COMPETITIE IS HEVIG. JE MOET ALTIJD BETER ZIJN DAN JE TEGENSTANDER’

17 augustus, 2020

Categorie: 2020-2021 | OP HET DROGE

Foto’s: Yolanda Simarro

Voor de serie Op Het Droge zochten we met onze fotografe Yolanda Simarro spelers op van de selectie van aankomend jaar. Om vast te leggen hoe zij hun maanden op het droge beleefd hebben en om meer te weten te komen over waar zij zich, voor en na ijshockey, op het droge mee bezighouden. Thuis en van huis, voor de baas en voor henzelf.

Op het ijs zijn het drie verschillende entiteiten. Uiteenlopende spelers met eigen kwaliteiten. Calvin Pohlman, de hardwerkende captain uit de voorste linie, Michael  Mackie-Kwist, de elegante en creatieve verbindende schakel en James Mercer, de technische verdediger met de splijtende pass. Op het droge hebben de heren een interessante gemene deler, dat is meteen te zien als we ze ontmoeten op Station Zuid. Goed aangesneden hemden, colberts, pantalons, een nette trui met subtiele rits en schoenen met een puntvorm. Calvin, Michael en James zijn de Business Boys van de Amsterdamse ijshockeybrigade: alle drie werken ze voor grote kantoren op en rondom de Zuidas. Op een mooie vrijdagmiddag, voorafgaand aan ongetwijfeld een uit de hand gelopen vrijmibo in De Blauwe Engel, vertelden ze over hun baan, de fabels en feiten over het illustere kantooragglomeraat, collegiale competitiviteit en de parallellen tussen presteren voor de club en voor de firm, en ze blikten vooruit op aankomend ijshockeyseizoen. Er werd veel geluld, maar op een enkel slippertje na opvallend weinig gebrald.

Het was aanvankelijk even wachten op Michael ‘Mackie’. Hij sms’t dat hij onderweg is. Calvin en James verdenken hem ervan dat hij te lang bij Limon is blijven hangen, een hippe cocktailhut voor expats en mantelpakjes op de Gustav Mahlerlaan, op kruipafstand van veel van de kantoren. De jongens moeten lachen; ze weten dat onze samenkomst voor een flink deel in het teken zal staan van hun werk op de beruchte en door sommigen beschimpte Zuidas. Ze lijken zichzelf en hun werkhabitat niet super serieus te nemen.

Of de werkdruk in dit drakenhol buitenproportioneel is? James geeft aan dat hij het wel mee vindt vallen: “Ik vind dat het er hier echt anders aan toegaat dan in de VS en Canada, waar ikzelf vandaan kom en heb gewerkt. De ‘work-life-balance’ is goed: als je ziek bent ben je ziek, als je op vakantie bent ben je op vakantie. Op kantoor word je geacht hard te werken, overwerken hoort daarbij. Dat is in Noord-Amerika anders. Ieder ander is daar bereid om een stap meer dan jij te zetten, wat betekent dat je al bijzonder hard en veel moet werken om niet uit de toon te vallen. Ben je niet bereid om er minstens zoveel voor te laten als je collega’s, dan word je zonder pardon de deur gewezen. Ik denk dat veel Nederlanders niet doorhebben dat het hier helemaal niet verkeerd is.” Hij voegt daar nog wel een kanttekening aan toe: “Alhoewel ikzelf eigenlijk niet echt op de Zuidas werk.” Dat zou hij in het eerste kwart van de twee uur dat we de Business Boys spraken nog zo’n tien keer zeggen. Mackie, inmiddels al even gearriveerd, roept hem uiteindelijk tot de orde. “De Zuidas is een way-of-life, James.”

Geografisch kan James’ kantoor misschien niet worden gerekend tot de Zuidas, qua cultuur doet PriceWaterhouseCoopers niet onder voor de werkgevers van Calvin en Mackie. PWC is actief in meer ruim 160 landen en betaalt mooie salarissen aan meer dan 250.000 werknemers. James vertrok twee jaar geleden vanuit Vancouver naar Amsterdam om zich hier verder te ontwikkelen als Chartered Professional Accountant. We vroegen hem om ons uit te leggen wat dat precies inhoudt. “Ik werkte eerst in Canada als auditor. De klassieke, saaie accountants die in de films vrij goed vertolkt worden. Sinds januari 2018 werk ik in Nederland en een paar maanden na mijn internationale overstap ben ik me als CPA meer gaan richten op gespecialiseerde en complexe accountancy-opdrachten. Consulteren en implementeren, maar ook grote multinationals helpen om een nieuwe financiele structuur op te bouwen. Heel kort door de bocht: grote bedrijven helpen groeien.”

Bedrijven helpen groeien. Dat doet James door middel van consulteren, Calvin is van het rekruteren. Hij werkt sinds 2016 bij Spilberg IT Dev Careers, sinds juli als Senior Recruiter. “Ik ben vier jaar geleden bij Spilberg begonnen en ben er gaandeweg ingegroeid. Ons werk houdt in dat we staffing binnen alle onderdelen van IT-development doen. Het wordt misschien meteen al vrij technisch, maar om toch wat voorbeelden te noemen, moet je daarbij denken aan bijvoorbeeld front-end-, web- en Java-development. Ik moet ervoor zorgen dat handige computerjongens op de juiste plek terechtkomen. En dat doet we inderdaad vanaf de Zuidas.”

Calvin kan zich deels vinden in de woorden van James als het gaat over de werkbelasting in Nederland, al heeft hij meegemaakt dat de veeleisendheid en het het opslurpende karakter van de baan toch flink zijn tol kan eisen. “De cultuur op de Zuidas hangt af van de grootte van het bedrijf en wat ze doen. Bij ABN, schuin tegenover ons, gaat het er heel anders aan toe dan bij ons. Gedurende mijn tijd bij Spilberg zijn we in drie jaar tijd van minder dan honderd naar bijna driehonderd werknemers gegaan. Het was zeker in de begintijd normaal om over te werken. Ik begon om acht uur en vertrok ‘s avonds om acht of negen. Er werd van je verwacht dat je een extra stap zette. Het klassieke start-up-sentiment. Nu dat we groter en groter worden wordt dat collectieve overwerken wat minder en ik moet zeggen dat ik dat niet erg vind.”

Dat betekent niet dat het er niet stevig aan toegaat. Integendeel. Een van de redenen van het vele overwerken is de competitieve cultuur in de glazen kolos aan het Gustav Mahlerplein. In de kantoortuinen van Spilberg spelen zich dagelijks veel onderlinge krachtmetingen af, tot Wolf-of-Wallstreet-achtige taferelen aan toe. “De onderlinge competitie is hevig. Voor iedere deal die je sluit moet je aan de bel trekken, die middenin het kantoor hangt. Iedereen wordt op grote schermen in het kantoor geconfronteerd met de tussenstand. Hoe meer deals je maakt, hoe hoger je staat. Het moet ervoor zorgen dat we harder willen werken dan de ander: je moet altijd beter zijn dan je tegenstander. Echt de Amerikaanse benadering, waar James het eerder over had. Ik moet zeggen dat ik er niet heel erg van ben. Kwaliteit en oprechte interactie met mensen gaat wat mij betreft boven kwantiteit en oppervlakkigheid.”

Toch kreeg Calvin deze zomer een seniorpositie toegewezen. Dat heeft volgens hem vooral te maken met de snelle groei. “We groeien zo snel dat iedereen stappen vooruit moet maken. Meestal komen de mensen met de hoogste ‘bill rate’ gepromoveerd tot manager. Ik stond afgelopen jaar vijfde op die lijst, dus ik kwam ervoor in aanmerking. De vraag is echter of je een goede leider bent als je veel geld binnenharkt.” Anders gezegd: ben je een leider als je veel goals maakt? Voor het antwoord op die vraag hoeft de aanvoerder van de Tigers niet lang na te denken. “Ik vind van niet. Natuurlijk is het belangrijk om te presteren, maar van een leider worden heel andere eigenschappen gevraagd dan van een money-machine of doelpuntenmaker. Overigens ging het afgelopen jaar erg goed, maar ik heb lastigere tijden gekend, waarin het allemaal niet crescendo ging en ik links en rechts werd ingehaald door collega’s die voor mekaar kregen wat mij niet lukte. Voor zowel het werkende leven als het leven als sporter geldt gaat echter wel een wet op: blijf jezelf motiveren om het beter te doen, ook als het even tegenzit. Die les heb ik op het ijs, maar ook zeker op de Zuidas geleerd. Je moet wel.”

Mackie kan het voor zijn gevoel relatief iets rustiger aan doen. “Ik moet zeggen dat mijn dagen er gelukkig iets minder hectisch uit zien dan bij Calvin, al werk ook ik een soort van commission-based structuur.” Want hoe meer hij verkoopt, hoe beter hij het doet: Mackie maakt deel uit van het salesteam van Virtual Vaults. Hij vertelt op bescheiden wijze wat dat inhoudt. “Ik ben onderdeel van Sales, of Business Development, of welke chique naam je het ook wil geven. Virtual Vaults maakt virtuele datarooms voor grote fusies en acquisities van onder meer onroerend goed, vooral als er sprake is van due diligence. Dus als een bedrijf zichzelf wil verkopen, dan kan het alle relevante bedrijfsinformatie ter beschikking stellen en uiteenzetten in onze dataroom. Ze kunnen vervolgens potentiele kopers uitnodigen om deze informatie te bekijken. Zelf moet ik in mijn functie investeringsbanken, financiele adviseurs en grote vastgoedbedrijven ervan overtuigen dat ze ons product moeten afnemen.”

POWERPLAYVRAGEN MACKIE

(Favoriete) bijaam?

Mackie.

Favoriete rugnummer?

37.

Bijgeloof?

Geen.

Bauer or CCM?

Bauer, maar speel met CCM.

Stickflex?

Als ik elke wedstrijd een nieuwe stick zou krijgen 85. Nu 105.

Eerste keer op het ijs??

3 of 4 jaar oud.

Favorite NHL team at this moment?

Winnipeg Jets.

Best NHL player today?

Aleksander Barkov.

BESTE SPELER OOIT?

Mario Lemieux.

BESTE NEDERLANDSE SPELER VAN DIT MOMENT?

John Versteeg.

BESTE NEDERLANDSE SPELER OOIT?

Ronny Berteling.

FAVORIETE IJSHOCKEYJERSEY OOIT?

Cleveland Lumberjacks.

MOOISTE WEDSTRIJD OOIT GEZIEN?

1996 Western Conference Finals: Detroit Red Wings – Colorado Avalanche.

MOOISTE GOAL OOIT GEZIEN?

Steve Yzerman Game 7 double overtime goal of Paul Kariya’s Stanley Cup finals goal na knock-out te zijn geslagen door Scott Stevens.

MEEST LEGENDARISCHE IJSHOCKEYMOMENT?

TJ Oshies shoot-out-serie op de Olympische Spelen.

MOOISTE WEDSTRIJD OOIT GESPEELD?

De wedstrijd waarin we Herentals versloegen een paar jaar geleden.

FAVORIETE GOAL OOIT GESCOORD?

Elke goal in de training tegen Jaimy.

DE BESTE ASSIST KRIJG JE VAN…?

Ivan Muso.

1-OP-1 IS ALTIJD EEN GOAL BIJ…?

John Versteeg.

GRAPPIGSTE IN DE KLEEDKAMER?

Rocco van Hoorn.

GEBOREN LEIDER?

Tobias Kathan.

STINKENDE SPULLEN?

Rocco van Hoorn.

BESTE KAPSEL?

Jasper Jaspers.

SLECHTST GEKLEED?

Donny Pohlman.

BESTE SPELER WAAR JE OOIT MEE HEBT GESPEELD?

Steve Santini.

BESTE SPELER WAAR JE OOIT TEGEN HEBT GESPEELD?

Jimmy Vesey.

GROTE FINALE, OVERTIME SHOOTHOUT, 1-OP-1 VOOR DE TROFEE. WAAR SCHIET JE?

Low blocker.

IJSHOCKEYDROOM?

Ervan genieten zolang het duurt.

En ondanks dat bij Mackie op kantoor de klepel niet wordt aangezwengeld, is hij wel getuige geweest van de collegiale concurrentie en de producten die het voortbrengt. De snelle jongens van de Snuifas. “Ik ken de cultuur en ik heb ze allemaal voorbij zien komen. De financiele guys zijn wat aan de nerderige kant. Als ze dan ineens de slimme zakenman worden, denken ze tof te zijn. The fast life. Veel verkopen, veel omzetten, veel drinken, veel chicks en een dito dosis poeder. Iedere vrijdag vind je ze in de Blauwe Engel. En het werkt nog ook. Alle goudzoekers jagen op het duurste pak, het klassieke peacock effect.” Het is niet zo dat het voor iedereen de uitkomst is, ook zeker niet voor Mackie. “De Zuidas biedt gelegenheid tot het praktiseren van alle soorten levensstijlen. Uitslovers kunnen iedere dag twaalf uur werken, vlugge jongens kunnen iedere avond dure flessen opentrekken en er zijn ook heel veel jongens met een normale levensstijl. Het is maar wat je voorkeur geniet. Ik ken collega’s die het hebben gedaan, maar het is vooral ook een leeftijdskwestie. Ikzelf was nooit jong en roekeloos genoeg, denk ik.”

Calvin haakt in: “Hij weet het wel te verkopen, he?” Het is het begin van verdacht brallerig positiespel. We citeren, om niets te verliezen in de vertaling, in het Engels.
James: “Whatever you’re buying he’s selling.”
Mackie: “ABC, baby. Always Be Closing.”
Calvin: “Input is output, baby.”
Mackie: “Cal probably knows all the one-liners.”
De jongens beginnen, niet voor de eerste keer, hard te lachen. Ze zitten er dieper in dan ze willen doen voorkomen.

Deel 2 van het interview met de Business Boys lees je morgen onze website.