Beste (Amsterdamse) ijshockeyliefhebbers,
Het was het jaar waarin het had moeten gebeuren. Het jaar waarin het kampioenschap van het eerste Amsterdamse ijshockeyteam gevierd had moeten worden. Ons succesvolle seizoen is door de komst van het coronavirus helaas prematuur tot een bitter einde gekomen. Desondanks wil ik graag met jullie terugblikken. Want wat een jaar hebben we beleefd. Wij als spelers en de coaches, samen met jullie, vrijwilligers en fans.
Laten we even terugspoelen naar de zomer. We maakten, met name vanwege de maatschappelijke verplichtingen van de meeste jongens binnen het team, heel bewust de keuze om een stapje terug te doen. Met een mix van jeugdige spelers en gepassioneerde oude rotten wilden we in de Eerste Divisie een nieuw avontuur aangaan. Wat voor sommigen misschien een stap achteruit leek, bleek al snel een stap vooruit te zijn.
In de eerste seizoenshelft was er nog sprake van de welbekende gewenningsfase; oud en nieuw moesten elkaar op het ijs soms nog vinden en niet alle systemen waren er al ingeslepen. Gelukkig duurt een seizoen lang en al vrij snel merkten we dat het harde en ook zeker tactische werk van het fantastische coachingspaar Ondrej en Wojtek zijn vruchten begon af te werpen. Onder hen zijn we, na de teleurstellende verliespartijen tegen Eindhoven en Dordrecht, een heel constante weg naar boven ingeslagen. Overwinningen volgden.
Vanaf de tweede seizoenshelft merkte je heel veel vertrouwen in het team, de balans was perfect. De veteranen – ik reken mezelf er voor het gemak maar onder – wisten veel beter de jonge jongens te vinden en zij snapten op hun beurt steeds beter hoe wij het spel voor ogen hadden. Vanaf het moment dat we de eerste plek in Poule B clinchten merkte je dat het vertrouwen toegenomen was. ‘Ja. Dit gaat het jaar zijn dat we kampioen kunnen worden.’
Dat gevoel groeide en werd sterker in de play-offreeks. We waren niet te stoppen en het moreel van het team ging door het plafond. Met uitslagen als 11-0, 11-0, 5-1, 7-1 en 8-3 in ons voordeel wisten we het zeker. Wij worden kampioen. Iedereen geloofde erin, iedereen was er klaar voor, iedereen zou nog een keer in het harnas gaan op zaterdag 14 maart en dan… Dan zouden wij als TEAM de cup liften en het kampioenschap met iedereen vieren. Zouden…
Maar helaas slikken wij met z’n allen een bittere pil. Een verstandige keuze van regerend Nederland, want de coronacrisis is op dit moment even topprioriteit, maar het verzacht de pijn niet dat wij onze bekroning van de titel met de noorderzon hebben moeten zien vertrekken. Een gevoel dat jullie als Tigers-fan waarschijnlijk herkennen. Het Amsterdamse ijshockey verdiende de erkenning. Jarenlang zetten veel mensen zich vrijwillig in om een leuk avondje sport op de kaart te brengen. Al die jaren heeft dan ook niemand uit het team daar een vergoeding voor terug hoeven zien; het spelletje spelen met je teammaten is al een geweldige beloning.
Graag wil ik een shout-out doen naar alle vrijwilligers en fans die dit veelbewogen seizoen mede mogelijk hebben gemaakt. Als speler is het fantastisch om te spelen in een hal met meer dan duizend toeschouwers en daar wil ik jullie voor bedanken. Ons team zal blijven bestaan. We zijn vastberaden om deze lijn voort te zetten en in 2021 gaan we weer een gooi doen naar het kampioenschap. Binnen het team heerst de wilskracht om het volgend jaar nog beter en constanter aan te pakken. We willen nog sterker worden dan dit seizoen. En we hopen dat jij daar, net als afgelopen seizoen, getuige van bent.
Nogmaals bedank ik namens het team alle vrijwilligers en
fans die dit jaar onvergetelijk hebben gemaakt. In mijn ogen zijn we allemaal
kampioen geworden. Tot volgend jaar.
X
X
X
#19