Marino Bakker (23) leerde na lopen meteen schaatsen en ijshockeyde op zijn vierde al bij de mini’s van de Amsterdam Tigers. Zijn vader kwam door een oom in aanraking met de sport. Als Marino zestien is vraagt zijn trainer Ron Berteling hem in het eredivisieteam van de club te komen spelen. Als dat failliet gaat wijkt hij uit naar Zoetermeer en wordt hij opgesteld in het Nederlandse jeugdteam. Twee jaar later keert hij terug bij de Tigers.
Net als de meeste andere oudere spelers van het team wilde Marino na vier jaar BeNe League dit seizoen liever in de eerste divisie spelen. ‘Vorig jaar hadden we twee in plaats van een wedstrijd per weekend. Vooral de uitwedstrijden op zondagavond in Belgie waren zwaar. De volgende ochtend vroeg ging de wekker weer. Dat werd mij en andere, oudere spelers te veel. Ik ben nog jong, maar hoor bij de oude garde, haha. Een wedstrijd per weekend valt beter te combineren met het schildersbedrijf dat ik samen met mijn vader heb.’
Het laatste jaar in de BeNe League bleven de gehoopte resultaten uit. De play-offs werden niet gehaald. ‘Behalve het zware speelschema was het ook geen goed jaar voor ons zelfvertrouwen. Dat hebben we terug moeten vinden.’ Marino heeft ook leuke herinneringen aan vorig jaar. ‘We hadden een thuiswedstrijd tegen Herentals, dat favoriet was voor het kampioenschap. Toen we het weekend daarvoor bij Jaap (cafe bij Jaap Edenbaan, red.) zaten, zei de barkeeper dat we nooit zouden winnen. Dat dachten wij ook, maar Rocco van Hoorn, die ook in ons team speelt, en ik besloten voor de gein een weddenschap aan te gaan. Bij winst kregen wij twee fusten bier en hamburgers voor het team. Bij verlies trakteerden wij de hele zaak op bittergarnituur. We zagen ons al rondlopen met de schalen, maar tegen alle verwachtingen in wonnen we die wedstrijd. Hilarisch. Dat was de leukste avond van het seizoen.’
Dit jaar staan de zaken er gunstiger voor. Half februari beginnen de play-offs en Amsterdam staat op eerste plaats in de competitie. ‘We zijn een nieuw samengesteld team dat gaandeweg beter is gaan samenwerken. Dat is cruciaal bij ijshockey. In deze sport kun je een wedstrijd nooit alleen winnen. Soms spelen we nog rommelig en is de opbouw niet goed, de passes van de verdedigers naar de aanvallers kunnen beter. Als we voor staan blijven we niet scherp genoeg. Daarom hou ik van een gelijk opgaande strijd. Dat houdt ons scherp en geeft meer spanning.’
Grootste zorg zijn de Eindhoven Kemphanen, waar de Tigers begin dit seizoen met 8-3 van verloren. ‘We misten toen een paar belangrijke spelers en moesten elkaar als team nog vinden.’ Inmiddels is het team klaar voor de Kemphanen. ‘Ondrej Kratky, onze coach, heeft rust in het team gebracht. Hij is een van ons, heeft onze leeftijd en weet hoe hij ons moet bereiken. Na de wedstrijd drinken we vaak samen een biertje.’
Buiten het seizoen traint Marino met teamgenoten in het Amsterdamse Bos. Oud-coach en ijshockeyvader Ron Berteling begeleidt ze daarbij. ‘Meestal doen we een bootcamp. Dat zijn eenvoudige, maar intensieve spieroefeningen met weinig of natuurlijk materiaal, zoals boomstammen en zandzakken. Omdat we gezamenlijk trainen doen we meer dan je alleen zou doen.’
In de zomermaanden is Marino graag op de camping. ‘Vroeger gingen we mee met onze ouders. Nu heb ik daar samen met mijn broer een caravan, net als Rocco. We zijn vaak aan het klussen of genieten in de zon van een biertje. Heel leuk en ontspannend.’ Ondanks de eigen caravan heeft Marino nog geen woning. ‘Ik woon bij mijn ouders. Er zijn bijna geen betaalbare woningen in Amsterdam.’
Komend najaar staat Marino twee decennia op het ijs. Hoogtepunt voor Marino was zijn eerste wedstrijd in de eredivisie. ‘Ik keek een paar keer om mij heen, had nooit eerder voor een vol stadion gespeeld. Heel bijzonder.’ Tegenwoordig ziet Marino bij thuiswedstrijden het spelen met publiek als een voordeel. ‘Onze aanhang pept ons op.’