Tweelingbroers Lance en Zeb van Duin (20) groeiden samen op met ijshockey. Hun broers Jacob (32) en Sam spelen (22) ook sinds jaar en dag. Dit seizoen komt het viertal voor het eerst samen uit in het eerste team van de Amsterdam Tigers.
Jacob kreeg op vijftienjarige leeftijd interesse voor ijshockey. Schoolvriend Jasper Jaspers nam hem mee naar trainingen. ‘Aanvankelijk was onze vader niet enthousiast’, vertelt Zeb. ‘IJshockey had destijds een slecht imago en hij vond de sport te ruig.’ Jaspers vader, Hennie, een voormalig speler op hoog niveau, wist hun vader toch te overtuigen: Jacob werd goalie.
De puck ging schuiven. Sam, toen nog zes, wilde ook het ijs op. Hun ouders vreesden even dat Sam ook op goal zou gaan staan. ‘IJshockey is al geen goedkope sport, maar een goalie-uitrusting is helemaal duur.’ Gelukkig bleef Sam op het veld, net als Lance en Zeb, die op hun vijfde voor het eerst naar de ijshockeyschool gingen. Hun jongere zus volgde hen niet. ‘Zij vindt het te koud, haha!’
Zeb zat vorig jaar in het toekomstteam van de Tigers. Door de fusie met het (voorlopig) opgeheven BeNe Leagueteam is het spelniveau enorm omhooggegaan. Hij kijkt met een dubbel gevoel terug op afgelopen seizoen. ‘In potentie was het een goede ploeg, maar op een of andere manier kwam dat er niet uit. Dat werkte demotiverend. Door de goede resultaten van dit jaar ga ik meer gedreven een wedstrijd in.’
Lance, die vorig seizoen vast in het BeNe League- en incidenteel in het toekomstteam meespeelde, voelt zich dit jaar beter op zijn plek. ‘Ik was een van de betere spelers in het toekomstteam. Daardoor stond ik onder druk en voelde ik mij verplicht om te scoren in een al verloren wedstrijd. In het BeNe Leagueteam had ik lang niet zoveel speeltijd als nu. Dit seizoen kom ik meer tot mijn recht.’
De tweeling denkt dat de Tigers ver gaan komen. ‘We groeien als team en dat maakt hongerig naar meer. In de BeNe League was de kans op deelname aan de play-offs klein en later verkeken. Het toekomstteam won geen wedstrijd. Nu gaan we voor de eerste plaats. Daar zullen we hard voor moeten werken, want we hebben nog geen topwedstrijd gespeeld en andere sterke teams hebben dezelfde ambitie. Te beginnen met Eindhoven. We moeten productiever worden. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. In sommige wedstrijden maken we te weinig goals en krijgen we er te veel tegen. Lang niet alle periodes spelen we goed uit. Soms houden we niet vast aan ons spel, waardoor we de controle kwijtraken. Tegen de Yeti’s, een team met oudere maar sterke en ervaren spelers, lieten we wel zien wat we in huis hebben.’
Het team dankt veel aan coach Ondrej Kratky. ‘Hij heeft professionele clubs gecoacht en benadert ons team ook zo. Hij zoekt altijd naar de beste combinatie van spelers en heeft daar veel verbetering in gebracht. Dat is verhelderend en goed voor de sfeer.’ Lance en Zeb staan vaak samen op het veld. Ze hebben elk hun eigen stijl. Lance speelt meer verdedigend en was vroeger vaak een spits. Tegenwoordig staat hij ook in het centrum opgesteld. Zeb is het liefst in het thuisvak van de tegenstander. ‘Als ik verdedig denk ik te aanvallend.’ Beiden houden van fysiek spel. ‘Met een goeie hit en vol in duels gaan kom je beter in de wedstrijd.’
Hoewel het in hun vrije tijd vrijwel altijd over ijshockey gaat, delen ze meer samen.
‘Voor ons als tweeling is het vanzelfsprekend veel samen te doen. We zaten op dezelfde scholen, spelen vaak in hetzelfde team en gaan in onze vrije tijd met vrienden naar evenementen en feesten.’ Door hun studie zijn hun wegen zich iets meer gaan scheiden. Lance studeert wis- en natuurkunde en Zeb filosofie. Wat ze daarna gaan doen weten ze nog niet. ‘Helaas kun je in Nederland niet leven van ijshockey, dus daar zit geen toekomst in. We hopen straks naast ons werk te kunnen blijven ijshockeyen. Als dat niet mogelijk is zoeken we een andere sport, we kunnen niet zonder.’ Naast zijn werk in de horeca is Zeb scheidsrechter bij ijshockeywedstrijden. ‘Dat is leuk, maar ik wil dat niet fulltime doen. In Nederland levert het weinig op. In Duitsland kun je daar goed mee verdienen, maar daar wil ik niet heen.’
Tijdens het seizoen houden de broers weinig vrije tijd over. Zeb vindt het jammer dat hij momenteel zijn vriendin niet vaak ziet. Lance mist de avonden met vrienden. ‘Ik drink de avond voor een wedstrijd niet, dus als er dan een feestje is ga ik niet of eerder weg. Soms kijk ik uit naar de zomerstop, maar zodra het zomer is wil ik terug naar het ijs!’